TL-A Transport en logistiek advocaten
TL-A Transport Law Advistors
TL-A Transport Law Advistors
NL / FR / EN

CASSATIE BEVESTIGT DE STRAFFELOOSHEID VAN BUITENLANDSE VOERTUIGEN WEGENS GEBREK AAN KEURINGSBEWIJS

IN DRIE RECENTE ARRESTEN WAARIN HET KANTOOR OPTRAD NAMENS DE VERDEDIGING BEVESTIGT HET BELGISCHE HOF VAN CASSATIE DAT BUITENLANDSE VERVOERDERS NIET KUNNEN GESTRAFT WORDEN IN DE BELGISCHE RECHTSORDE WEGENS HET ONTBREKEN VAN KEURINGSBEWIJS AAN BOORD VAN HET VOERTUIG.

Twee van de drie arresten spelen zich af in hetzelfde dossier, waarbij een Roemeense transporteur wordt tegengehouden en de chauffeur bij controle geen bewijs van technische controle kan voorleggen.

In eerste instantie ging het Parket over tot dagvaarding voor de Politierechtbank in Antwerpen en dit op grond van een inbreuk op art. 24§1 van het KB technische eisen. Dit artikel stelt simpelweg dat elk voertuig dat zich op de openbare weg bevindt, moet voorzien zijn van onder meer een geldig keuringsbewijs.

In graad van beroep veroordeelde de Correctionele Rechtbank te Antwerpen ook voor deze betichting, waartegen cassatieberoep werd aangetekend.

In een eerste arrest van 19 maart 2019 stelde het Hof van Cassatie dat de Rechtbank ten onrechte art. 2§1 van het KB technische eisen over het hoofd zag, welk artikel de toepassing van het KB technische eisen voor een groot deel beperkt tot voertuigen ingeschreven in België. De zaak moest derhalve worden overgedaan, ditmaal voor de Correctionele Rechtbank te Hasselt.

In Hasselt poogde het Parket het geweer van schouder te veranderen en nu de betichting te laten herzien in een inbreuk op de regelgeving van de technische controle langs de weg, met name het het Besluit van de Vlaams Regering van 2 maart 2018, het KB Technische Controle Bedrijfsvoertuigen en de Richtlijn 2014/45/EU. De Correctionele Rechtbank te Hasselt volgde deze piste en ging opnieuw over tot veroordeling, waartegen opnieuw cassatie werd aangetekend.

In haar arrest van 20 juni 2020 veegde het Hof van Cassatie echter ook deze piste terecht van tafel, nu de betreffende regelgeving geen strafbare grondslag kan uitmaken nu de diverse bevoegde wetgevers stomweg vergeten zijn een strafbaarheid in te voegen. Het Hof stelt dan ook terecht een schending van het legaliteitsbeginsel vast.

Het Hof had dit al eerder gedaan, eveneens in een dossier door het kantoor behandeld, in een dossier van een Bulgaarse transporteur die evenmin voorzien was van een geldig keuringsbewijs. Inderdaad wees het Hof van Cassatie in een arrest van 24 september 2019 op het feit dat een richtlijn op zichzelf geen strafbare grondslag kan vormen bij gebreke aan omzetting in de Belgische (of regionale) rechtsorde, hetgeen nu net het probleem is.

Deze drie arresten brengen eindelijk duidelijkheid in een hele resem vervolgingen van buitenlandse transporteurs, doch leggen meteen ook een manifeste discriminatie bloot: Het is toch onvoorstelbaar dat een Belgische transporteur zonder enig probleem zware sancties kan oplopen als hij geen keuringsbewijs kan voorleggen, terwijl een buitenlandse transporteur voor net dezelfde feiten in België ongestraft kan blijven.

Dit wordt uiteraard vervolgd nu het kantoor uiteraard in dossiers voor Belgische voertuigen net deze manifeste discriminatie zal aankaarten, dewelke pas zal stoppen als de wetgever tussenkomt.

Voor meer informatie, contacteer Mtr. Vanden Bogaerde